Per 30 juni jongstleden kan een aanvraag
worden gedaan voor de tegemoetkoming Vaste Laste MKB. Het doen van een aanvraag is mogelijk
tot en met 30 oktober 2020. Wij informeerden u hierover in onze blog van 26 juni jl. In deze blog behandelen wij de inhoud
van de regeling en de voorwaarden waar aan voldaan moet worden om in aanmerking
te komen.
Wat houdt de TVL in?
Veel ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (MKB) zijn
direct getroffen door de (verplichte) sluiting of het ontmoedigen van klanten
om te komen in verband met Covid-19. Ook nu door de versoepelingen van de
maatregelen sommige branches weer open gaan, zijn ondernemingen niet altijd in
staat een normale omzet te draaien en/of het geleden omzetverlies in te halen.
De vaste lasten blijven tegelijkertijd (vaak) gewoon doorlopen.
Met behulp van de TVL kan daarom een eenmalige
tegemoetkoming worden verkregen in deze kosten voor de meest ernstig getroffen
sectoren. Zo wordt ernaar gestreefd dat de ondernemingen in deze sectoren
voldoende liquide middelen blijven behouden om de vaste lasten in de maanden
juni tot en met september te kunnen voldoen en hun onderneming in stand te
houden. Alleen MKB’ers, waaronder ook zzp’ers, komen in aanmerking.
De TVL is de opvolger van Tegemoetkoming ondernemers
getroffen sectoren COVID-19 (TOGS), en is daarom ook bestemd voor dezelfde
ondernemingen die, doordat zij door de coronacrisis zijn getroffen, in
aanmerking kwamen voor de TOGS. Inhoudelijk steekt de TVL echter anders in
elkaar dan de TOGS. Zo wordt rekening gehouden met de hoogte van het
(geschatte) omzetverlies in de periode juni tot en met september 2020, ten
opzichte van de omzet in de referentieperiode. Voor de meeste ondernemingen
omvat deze referentieperiode ƩƩn derde van de omzet van het tweede kwartaal
2019 plus de omzet van het derde kwartaal 2019. Deze referentieomzet wordt
vervolgens vergeleken met de omzet in juni tot en met september 2020, die op
eenzelfde wijze wordt berekend als de referentieomzet. Daarnaast is per sector
een percentage van de omzet vastgesteld, dat het bedrag aan vaste lasten
vertegenwoordigt.
De TVL geldt, net als de TOGS, per onderneming en niet
per vestigingseenheid.
Voorwaarden:
Om in aanmerking te komen voor de TVL, moet aan een
aantal voorwaarden worden voldaan:
-
De onderneming valt onder de definitie van het
MKB. De belangrijkste voorwaarde om aan deze definitie te voldoen is het in
dienst hebben van maximaal 250 werknemers;
-
De onderneming is opgericht en ingeschreven in
het KvK Handelsregister vóór 15 maart 2020;
-
Er dient in de maanden juni tot en met september
2020 een omzetverlies van minimaal 30% te zijn in vergelijking met –
uitzonderingen daargelaten – de omzet in juni tot en met september 2019 (de
referentieperiode);
-
De onderneming dient een forfaitair bepaald
bedrag van minimaal € 4.000 aan vaste lasten te hebben in de periode juni tot
en met september 2020. Dit bedrag wordt berekend door het voor de betreffende
sector geldende vastelastenpercentage te vermenigvuldigen met de
referentieomzet. Aantonen van de daadwerkelijke vaste lasten is niet nodig;
-
Gaat het om een onderneming die na 29 februari
2020 is gestart maar vóór 16 maart 2020, dan hoeft niet te worden voldaan aan
het omzetverliesvereiste. Wel moet worden verklaard dat in de periode juni tot
en met september 2020 minimaal € 4.000 aan vaste lasten wordt verwacht. De
tegemoetkoming bedraagt in deze gevallen altijd € 1.000;
-
Is de onderneming na 1 april 2019, maar vóór 29
februari 2020 gestart, dan moet wel worden voldaan aan het omzetvereiste,
echter deze wordt op een afwijkende manier berekend;
-
De onderneming staat met zijn hoofd- en/of
nevenactiviteit(en) geregistreerd onder minimaal ƩƩn van de vastgestelde
SBI-codes. Wordt subsidie aangevraagd op grond van een nevenactiviteit, dan
moet de omzet in de periode van 1 juni tot 30 september 2019 en het geschatte
omzetverlies in juni tot en met september 2020 alleen betrekking hebben op die
nevenactiviteit;
-
Er is sprake van een fysieke vestiging in
Nederland, waarvan het adres bij de KvK staat geregistreerd;
-
Er is minimaal ƩƩn vestiging met een ander adres
dan het privƩadres van de ondernemer, of de vestiging staat los van de
privƩwoning en heeft een eigen opgang of toegang. Bepaalde horecaondernemingen
en ambulante ondernemingen zijn hiervan uitgesloten. Bij sommige
horecaondernemingen geldt wel de aanvullende eis dat de ondernemer minimaal ƩƩn
horecaonderneming huurt, pacht of in eigendom heeft.
-
De onderneming was op 31 december 2019 en daarna
financieel gezond (geen faillissement en geen uitstel van betaling of
aangevraagd bij de rechtbank);
-
De onderneming mag, inclusief de TVL, niet meer
dan € 800.000 aan overheidssteun hebben ontvangen;
Bepaling omzetverlies
Het omzetverlies wordt in beginsel bepaald door de omzet
over de subsidieperiode te vergelijken met dezelfde periode in 2019. Zo wordt
een reƫel beeld verkregen van het omzetverlies. De omzet over de
subsidieperiode is dus pas na afloop daarvan bekend; er zal derhalve een
schatting moeten worden gemaakt. Wordt op basis van de schatting een
omzetverlies van minder dan 30% verwacht, dan wordt de aanvraag voor de TVL
afgewezen. Hoe later de TVL wordt aangevraagd, hoe beter de inschatting van het
omzetverlies, maar dat betekent ook een latere ontvangst van het voorschot.
Hoogte tegemoetkoming
De hoogte van de TVL wordt met behulp van de volgende
formule berekend:
TVL = referentieomzet x omzetverlies% x vastelasten% x
0,5
Het vastelastenpercentage wordt daarbij, zoals gezegd,
per sector forfaitair bepaald aan de hand van de referentieomzet in 2019.
Bovenstaande berekening leidt ertoe, dat voor maximaal 50% van de (forfaitaire)
vaste lasten een tegemoetkoming kan worden verkregen, waarbij de tegemoetkoming
minimaal € 1.000 bedraagt en maximaal € 50.000.
Als positief wordt beslist op de aanvraag TVL, wordt (net
als bij de NOW) een voorschot toegekend van 80% van de berekende
tegemoetkoming. Dit voorschot is dan ook gebaseerd op een geschat omzetverliespercentage.
De beslistermijn op de aanvraag TVL bedraagt 8 weken vanaf ontvangst van de
aanvraag.
Subsidievaststelling
Na afloop van de subsidieperiode moet de onderneming
uiterlijk 1 april 2021 een aanvraag indienen voor een definitieve
subsidievaststelling. De beslistermijn op de aanvraag tot subsidievaststelling
bedraagt 16 weken. Bij de afrekening kan sprake zijn van terugvordering of
nabetaling.
Als het daadwerkelijke omzetverlies over de
subsidieperiode minder dan 30% bedraagt, wordt de uiteindelijke TVL op nihil
vastgesteld. Hiervan uitgezonderd zijn ondernemingen die na 29 februari, maar
vóór 16 maart 2020 zijn gestart.
Belastingvrijstelling
De eenmalige TVL is belastingvrij. Het kabinet gaat deze
vrijstelling meenemen in het wetgevingspakket Belastingplan 2021.
Wij nemen, zoals in onze eerdere nieuwsbrief vermeld,
binnenkort contact op met onze klanten waarvoor wij de TOGS hebben aangevraagd,
om de mogelijkheden van de TVL voor hen te bekijken. Hebben wij geen TOGS-aanvraag
voor u verzorgd, maar wenst u hulp bij het bepalen of u in aanmerking komt voor
de TVL en/of bij de aanvraag daarvan, neem dan gerust contact met ons op!