Werkgevers met werknemers die vóór 1 januari 2020 voor onbepaalde tijd in dienst zijn en die geen oproepovereenkomst hebben, krijgen tot 1 juli 2020 de tijd om de arbeidscontracten schriftelijk vast te leggen. Eerder was er tot 1 april 2020 de tijd, maar vanwege de coronacrisis kwamen daar nog 3 maanden bij tot 1 juli 2020. Die termijn loopt binnenkort af.
Werkgevers moeten daarom niet vergeten dat zij vóór deze datum de arbeidscontracten van deze werknemers die op 1 juli nog in dienst zijn, schriftelijk vastleggen.
Heeft een werkgever op 1 juli 2020 de schriftelijke vastlegging nog niet geregeld? Dan is hij voor deze werknemers met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.
Een werkgever die een werknemer op 1 januari 2020 of later in dienst heeft genomen, moet het arbeidscontract meteen schriftelijk vastleggen. Doet hij dit niet, dan is hij de hoge WW-premie verschuldigd voor een werknemer die voor onbepaalde tijd in dienst is en geen oproepovereenkomst heeft.
Werkgevers moeten daarom niet vergeten dat zij vóór deze datum de arbeidscontracten van deze werknemers die op 1 juli nog in dienst zijn, schriftelijk vastleggen.
Heeft een werkgever op 1 juli 2020 de schriftelijke vastlegging nog niet geregeld? Dan is hij voor deze werknemers met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.
Een werkgever die een werknemer op 1 januari 2020 of later in dienst heeft genomen, moet het arbeidscontract meteen schriftelijk vastleggen. Doet hij dit niet, dan is hij de hoge WW-premie verschuldigd voor een werknemer die voor onbepaalde tijd in dienst is en geen oproepovereenkomst heeft.